Snel zoeken:
044 Flitsen uit het Mattheüsevangelie Mt 06:19-21 > nr. 538

Mattheüs 6:19
Waar is uw schat?

De Here Jezus houdt zijn discipelen eerst voor:
‘Verzamel u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maken, en waar dieven inbreken en stelen’.

Het gaat hier dus om aardse schatten. Uit zichzelf leeft elk mens daarvoor. Wij vinden dit leven met alles wat je ervan plukken kunt, het belangrijkst. Vooral in een tijd waarin het materialisme hoogtij viert, blijkt dat wel heel duidelijk. De mens leeft alsof dit leven alles is. Maar Christus zegt er als het ware van: ‘Het is maar tijdelijk’. Of om een andere uitspraak uit de Bijbel te gebruiken: ‘De wereld gaat voorbij en haar begeren’.
Wie alleen leeft voor dit leven en wat hij daarin aan eer en goed verkrijgen kan, is eigenlijk dom. Zo iemand kijkt niet verder dan zijn neus lang is. Als je je schat al niet tijdens dit leven uit je vingers ziet glippen, dan gebeurt het toch zeker bij het sterven. U kent toch wel die volksuitdrukking: ‘Het laatste kleed heeft geen zakken’. Het doodshemd heeft die niet nodig. De mens is met lege handen de wereld ingekomen, hij gaat er ook met lege handen weer uit. Ten minste wat aards bezit betreft. Als een baby geboren wordt ballen zich de kleine handjes als in een grijpbeweging. En als die baby volwassen en later oud geworden sterft, ontspant zich de hand, en hij moet alles loslaten. Leeft u nog alleen voor dit leven? Wat een ongelukkig persoon is u dan! Dan gaat u leeg dit leven uit, alles moet u achterlaten. Neen, toch niet alles. Uw zonden neemt u mee. Die vergezellen u onafscheidelijk tot voor de rechterstoel van God. Vreselijk lot!

Schatten in de hemel

Daarna spreekt de Heer over een ander soort schatten: ‘Verzamel u schatten in de hemel’. Maar hoe kan dat dan? Kun je goud en zilver in de hemel verwerven? Neen, daar gaat het niet om. Maar u kunt zich wel eeuwige heerlijkheid en loon van God verwerven in de hemel. Maar we moeten wel bedenken dat dit woord van de Here gericht is tot discipelen, tot volgelingen van Hem. Men moet eerst moet eerst door het geloof in Hem een discipel van de Here Jezus worden om die schatten te kunnen verwerven. Dat houdt in dat men erkent een zondaar te zijn. Dat houdt in dat men erkent het oordeel van God verdiend te hebben. Dat houdt in dat men aanvaardt dat Christus het oordeel op het kruis gedragen heeft. Dat houdt een totale levensverandering in.
Misschien belijdt u een Christen, een discipel van Christus te zijn. Prachtig! Maar belijden is één ding, het laten zien is een ander. Leeft u voor het geld, voor eer, voor tijdelijke zaken? Dan heeft uw belijdenis weinig waarde. Aan Christenen schrijft Paulus:

‘Zo zoekt de dingen die boven zijn…. Niet die op de aarde zijn’.

En op een andere plaats staat:

‘Daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare, want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig’.

Kunt u zich hierin verplaatsen? Spreken deze teksten u aan? Dan bedoel ik niet: stemt u de waarheid ervan verstandelijk toe. Maar: leeft dit ook in uw hart?

Tenslotte zegt de Heer:

‘Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn’.

Er staat niet: ‘Waar uw schat is, daar moet ook uw hart zijn’. Neen, het staat er als een feit. De grote vraag is dus waar de liefde van ons hart naar uit gaat. Naar de aardse dingen? Of naar de hemelse?
Als u leeft voor het materiële, dan is uw hart op aarde en niet in de hemel. En uw hart kan pas in de hemel zijn, u kunt dus pas voor de hemel leven als u Jezus Christus als de grootste schat hebt leren kennen en Hem uw hart gegeven hebt.