Snel zoeken:
628 Christelijke klikspanen

Mattheüs 18:15
Christelijke klikspanen
(Mattheüs 18:15-20)

Indien uw broeder…

Laten we eerlijk wezen; de wereld is uit op schandaaltjes! Dit jaar heeft de krant er ons een paar van wereldformaat voorgeschoteld.
De journalisten-nieuwtjesjagers maken er jacht op, want…. Het publiek is er dol op.
Maar ook in kleiner verband zien we hetzelfde verschijnsel. Denk aan de dorpsgemeenschap of welke andere samenleving van mensen dan ook; elk kwaad wordt er vaak graag aan de grote klok gehangen.
Ga eens kijken in de spiegel van de kinderwereld. Nauwelijks ontdekt Marietje dat kleine Jan een of ander overtredinkje heeft begaan, of ze loopt verontwaardigd naar moeder in de keuken om het in geuren en kleuren te vertellen. Dat kwaad zit er jong in en komt er out uit; ga maar eens luisteren in een bejaardencentrum.
Zo wil Jezus Christus echter niet dat het in zijn Gemeente toegaat. Hij wil geen stelletje Christen-klikspanen. Integendeel. Zijn vermaning luidt: ‘Indien uw broeder zondigt, ga geen, bestraf hem onder vier ogen’.
Dus niet aan de grote klok hangen, maar het onderling oplossen. Ook niet onverschillig zijn en een broeder in ’t kwaad laten voortaan op de weg naar een geestelijk bankroet! Dit laatste is even verkeerd als het eerste!
We zullen zorg dragen voor onze medegelovige. Paulus schrijft aan de Galaten: ‘Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op u zelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen’ (Galaten 6:1). Zo wordt het kwaad in zijn loop gestuit en wordt het woord vervuld: “De liefde bedekt een menigte van zonden”.
Helaas kan het voorkomen dat iemand naar een broederlijk vermaan niet luistert. Dan de zaak in de doofpot stoppen? Ne, nogmaals en nu met één of twee broeders naar hem toe. ’t Uiterste moet worden geprobeerd om de gelovige die zondigt, terecht te brengen. Als ook die poging tevergeefs blijkt wordt het een zaak van openbare tucht…. helaas!
We zien hieruit twee dingen. Ten eerste die lankmoedigheid van God, die wil terechtbrengen. Maar ten tweede ook Gods heiligheid. God moet door de Gemeente laten ingrijpen als er geen belijdenis plaatsvindt. Wat op aarde ontbonden wordt door hen die in de Naam van de Here Jezus vergaderd zijn, wordt in de hemel erkend. Maar ook het omgekeerde (zie vers 18). En zelfs de tucht van “uitsluiting” is door God bedoeld om de afgewekene tot inkeer te brengen (verg. 1 Kor. 5:5).
Hoe genadig is toch onze God!