c Jezus Christus - 07. Zijn daden |
Geen woorden maar daden? Bij velen is het geen daden maar woorden. Woorden en daden gecombineerd Reeds in O.T spreken... handelen Jozua 1:8, 16 prachtig voorbeeld in de schriftgeleerde Ezra Ezra 7:10. Waarschuwing van de Heer met het oog op de Farizeeën Matt. 23:3. Aansporing van de Heer hoort en doet. Matt. 7:24 Gij zult mijn getuigen zijn (niet alleen woorden) Hand. 1:8. Volmaakte voorbeeld Jezus Christus Bij Hem de combinatie 'te doen en te leren' Hand. 1:1. Hij was een profeet 'krachtig in werk en woord' Luk. 24:19 voorb. Paulus-Timotheus; mijn leer, mijn wijze van doen 2 Tim. 3:10. Hij deed enkel goede werken Getuigenis van de misdadiger deze heeft 'niets onbehoorlijks gedaan' Luk. 23:41 (hoe wist hij dat?). Getuigenis van Petrus bij Cornelius 'goeddoende', 'weldoende' Hand. 10:38 (zijn wij navolgers van Hem?). In welke kracht? Afhankelijk van zijn Vader: 'kan niets doen uit Mijzelf' Joh. 5:19, 30. 'De werken die Mij de Vader gegeven heeft Jh 9:4; 10:25, 37. Voor ons geldt: Zonder Mij kunt gij niets doen' Joh. 15:5. Met welke intentie? De intentie waardoor Christus gedreven werd bij zijn werken blijkt uit de woorden: 'mijn voedsel is de wil te doen van Hem die Mij heeft gezonden...' Joh. 4:34. Wat deed Hij zoal? Hij verrichtte messiaanse krachten van genezing, reinigde melaatsen Matt. 8:1-4. Genas verlamden zoals de knecht van de hoofdman Matt. 8:5-13. Genas van koorts, zoals bij de schoonmoeder van Petrus Matt. 8:14-17. Stilde de storm, bevrijdde bezetenen; genas verlamden Matt. 9: 1-8. Wekte doden op; genas blinden en stommen Matt. 9 en 12 (de Heer wekt driemaal een dode op in diverse fasen van hun doodzijn). Hij loopt op het meer; spijzigt de scharen; doet een vis met een munt opkomen Matt. 14:22; 15:32; 17:24. Hoe gezind? Hij geeft liefderijk onderwijs > Kananese vrouw Matt. 15:21. Hij kent ontferming en laat zich daardoor leiden Matt. 15:32. Wie is toch deze? Bij vergeven van zonden en stillen van de storm Luk. 7:48; 8:25 Matt. 8:23-27; Mark. 4:35-41. ANTWOORD Deze is mijn uitverkoren Zoon Luk. 9:35. Deze is waarlijk dé Heiland der wereld Joh. 4:42. Zijn wij navolger van Hem? |
|
||
|
||
|
||
|
||