Snel zoeken:
Graag een uitleg van deze verzen

Jakobus 4:4
Betreft: Jak. 4:4, 5

Vraag: Graag een uitleg van deze verzen.

Antwoord:
Deze verzen zijn niet gemakkelijk te verklaren omdat in een paar zinnen een aantal gedachten wordt samengevoegd. Een bijkomende moeilijkheid is dat we niet weten of het woord geest slaat op de Heilige Geest of op de menselijke geest. Het Grieks van die tijd kende namelijk geen verschil tussen kleine letters en hoofdletters. Daarom is het ook niet gemakkelijk eenvoudige vragen over deze verzen te stellen.
De algemene tendens is niet zo moeilijk de vatten, de details bezorgen ons de moeilijkheden.
Algemeen
Jakobus richt zich tot Joden die voorgeven God te dienen, maar die er een wereldse levenspraktijk op nahouden. Vandaar dat hij ze in geestelijke zin 'overspeligen' noemt (vs. 4). Hun leven is finaal in strijd met wat de Schrift zegt. Jakobus vraagt hen of ze soms menen dat de Schrift tevergeefs spreekt. Dat houdt in dat ze de Schrift (het Oude Testament is hier bedoeld) wel kennen, maar de uitspraken waarom het gaat, waardeloos achten. Ze houden er geen rekening mee, het laat hen koud.
Detail
De vraag is nu op welke uitspraak van de Schrift Jakobus doelt. Er is het meest voor te zeggen dat Jakobus niet denkt aan één bepaald vers maar aan het algemene onderwijs dat het O.T ons voorhoudt. Maar daarmee zijn we nog niet uit het probleem want op welk algemeen onderwijs doelt hij dan? Dat kan namelijk zijn
a) Het onderricht dat hij in het vervolg omschrijft. Hij doelt dan op het feit dat de Geest niet met afgunst begeert of volgens een andere weergave, dat onze geest niet met afgunst begeert. In het O.T. kom je regelmatig tegen dat God Zijn volk voor zich alleen wil hebben. Het kan ook zijn
b) dat hij doelt op wat hij in vers 4 heeft samengevat met deze woorden dat vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is. We vinden dat uitkomen in het leven van Ezau en Lot; terwijl ook diverse teksten in Prediker in die richting wijzen.
Algemeen
Het tweede deel van vers vijf geeft aan, dat God geen genoegen neemt met een gedeelde plaats. Iemand kan niet God dienen en de wereld. God staat net als een echtgenoot op het alleen bezit van de echtgenote.
Detail
De vraag is of met geest onze geest of de Heilige Geest is bedoeld. In het eerste geval wil het zeggen, dat God ons (onze geest) niet met jaloersheid wil bezitten. Hij wil ons niet delen met de wereld. In het andere geval is bedoeld dat de Heilige Geest (maar dat geldt dan natuurlijk ook van God) niet met jaloersheid of afgunst wil begeren. In dat geval wordt er niet gesproken over wie dan begeerd wordt, maar dat moeten wij dan zijn. De Heilige Geest wil ons geheel voor God bezitten en ons niet delen met de wereld.