Snel zoeken:
Deze Ethiopier was toch een heiden?

Handelingen 8:27
Betreft: Hd.8: 27

Vraag:
Deze Ethiopier was toch een heiden?
Waarom handelde hij als een Jood? Is er ook lektuur over hem?

Antwoord:

Volgens sommigen moet het Morenland niet gelijkgesteld worden met Abessynie of Ethiopie maar met wat nu de Soedan heet. We laten echter die kwestie rusten.
Zoals de koningen van Egypte de titel Farao voerden, zo droegen de koniginnen van Morenland de titel Candacé.
Zij regeerden in feite het land hoewel hun zoon daadwerkelijk op de troon zat.
De kamerling of opperschatbewaarder was een eunuch, een gesnedene. Hij zal namelijk ook gesteld zijn geweest over de hofdames.
Deze heiden van oorsprong blijkt van de God van Israel gehoord
te hebben.
Dat kan door middel van de Joodse handelaren. We moeten bedenken, dat er reeds in de tijd van Salomo door Israel handel gedreven werd met Egypte en zuidelijk gelegen landen.
Ook is het mogelijk, dat Joden die verstrooid zijn geworden ten tijde van de ballingschap zich daar gevestigd hebben. We weten in ieder geval dat er in de tijd van het Griekse rijk (3e rijk van het beeld van Nebucadnezar) grote joodse kolonies in Egypte waren.
Die kunnen er ook op de grens met de Soedan of in Soedan geweest zijn.
De opperschatbaewaarder heeft zich kennelijk van het heidendom afgewend en wil de God van de Joden dienen en hij weet, dat die God te Jeruzalem Zijn heiligdom heeft (zie Ps.68: 32 en Js.56: 3 dit laatste vers in contrast met Dt.23: 1).
In Jeruzalem was bij de tempel ook een voorhof der heidenen. Verder mocht deze Ethiopiër niet komen, Het is aannemelijk dat hij te Jeruzalem de rol van Jesaja gekocht heeft, maar dat is niet zeker.
In ieder geval heeft hij Grieks (Hebreeuws is minder waarscijnlijk) gekend en heeft hij grote belangstelling voor de dingen van de God van Israël.
Zo iemand laat God niet tevergeefs zoeken en de man die in Jeruzalem niet vond wat hij nodig had, leerde onderweg Hem kennen, de Heer Jezus, die alleen een mens gelukkig maken kan.

In verschillende godsdienstige tijdschriften wordt wel over deze kamerling geschreven of ook in handboeken bij de Bijbel. Van een aparte verhandeling over deze man heb ik geen weet, maar die zal er ook wel zijn, want er is bijna geen bijbels persoon waar niet wat over geschreven is.