Snel zoeken:
'Hunner is de aanneming tot zonen', wil dat zeggen dat Israël Gods 'lievelingetje' is. Dat Israël als een zoon is?

Romeinen 9:4
Betreft: Rm 9: 4

Vraag:
(a) 'Hunner is de aanneming tot zonen', wil dat zeggen dat Israël Gods 'lievelingetje' is. Dat Israël als een zoon is?
(b) 'Hun' ziet echter op het volk, maar Israël als zijnde een zoon kan toch niet zijn eigen zonen aannemen?

Antwoord:
(a) 'Hunner is het zoonschap' betekent dat het zoonschap hen toekomt, weliswaar niet in de nieuwtestamentische zin dat iedere Israëliet een vertrouwelijke, persoonlijke relatie tot God als zijn Vader heeft (zie Rm 8: 15,23), maar als vólk was Israël een 'zoon van God', omdat het volk zijn oorsprong en bestaansrecht aan God ontleende (Ex.4: 22; Js 63: 16; 64: 8; Hs 11: 1; Ml 1: 6; 2: 10). Inderdaad kun je dat populair aangeven met: Israël is Gods lievelingetje. Of anders gezegd: Israël is in onderscheiding van andere volken het speciale voorwerp van Gods liefde.
(b) De uitdrukking 'van hun is het zoonschap' betekent dus niet dat zij als volk anderen of ook hun eigen volksgenoten als zonen kunnen aannemen. Ze hebben niet het recht verkregen anderen het zoonschap te geven, nee als volk hebben ze het voorrecht gekregen zoon van God te zijn.