Snel zoeken:
Hoe weet je wie je verhindert om iets voor de Heer te doen?

1-Thessalonicenzen 2:18
Betreft: 1Th 2:18

Vraag :
Hoe weet je wie je verhindert om iets voor de Heer te doen?

Antwoord:
In Hd 16: 6 en 7 lezen we dat de Heilige Geest Paulus en de zijnen verhindert om het woord in Asia te spreken. In 1Th 2:18 staat dat de satan hem verhinderde weer naar Thessalonika te gaan. De grote vraag is nu hoe wist de apostel dat het in het ene geval de Heilige Geest was en in het andere geval de satan?
Er zijn voor het onderscheiden daarvan geen vaste richtlijnen te geven. Het kan namelijk zijn dat in het eerste geval de Geest van Jezus hem dat innerlijk duidelijk gemaakt heeft, zoals in andere gevallen de Heer hem iets duidelijk maakte of dat door middel van een engel deed.
In het tweede geval kan er duidelijke tegenwerking van vijandige mensen geweest zijn. In vers 15 lezen we dat de joden hem verhinderen om tot de volken te spreken. In dat geval zou Paulus ook kunnen zeggen dat de satan hem dat belette, want de joden werden vast en zeker door satan daartoe gebruikt. In het Nederlands staat in beide gevallen 'verhinderd', maar in het Grieks staan er twee verschillende woorden. Volgens deskundigen wordt in 1Th 2:18 een woord gebruikt dat inhoudt dat dit verhinderen met een gewelddadig optreden gepaard ging. Je zou de tekst kunnen weergeven met: satan heeft ons de weg versperd.
Het hangt dus helemaal af van (1) de innerlijke overtuiging of (2) van de omstandigheden die tot verhindering leiden.
In beide gevallen gaat het niet door. In het eerste geval bijv.omdat Paulus zich laat leiden door de Geest; in het tweede geval omdat satan het hem daadwerkelijk onmogelijk maakte .
Niet onmogelijk is dat soms beide dingen samengaan. Denk aan de beproevingen van Job. Enerzijds zijn die het werk van satan, anderzijds heeft God de hand erin.

Hiermee is de vraag hoe je weet wie je verhindert natuurlijk niet rechtstreeks beantwoord. Daarvoor is namelijk geen regel te geven behalve
a. deze dat we innerlijk de overtuiging kunnen hebben dat we ergens niet naar toe moeten gaan , een overtuiging die door de Geest bewerkt is. We moeten dan wel goed geestelijk 'afgestemd' zijn.
b. of dat er duidelijke tegenstand van de vijand is waardoor iets niet door kan gaan.