c Psalm 1 een overzicht Psalmen 1 |
In vers 1 is sprake van de rechtvaardige als de man die drie dingen niet doet: - hij wandelt niet in de raad van de goddelozen ; - hij staat niet in de weg van de zondaars; - hij zit niet in de kring van de spotters Vers 2 zegt wat hij wel doet: - hij heeft aan de wet van de Heer zijn welgevallen - hij overpeinst die bij dag en bij nacht. Vers 3 vertelt waaraan hij gelijk is: - aan een boom geplant aan waterstromen; - hij geeft zijn vrucht op zijn tijd - zijn loof verwelkt niet; - wat hij onderneemt gelukt. vers 4-6 gaat over de goddelozen, zij: - zijn als kaf dat de wind verstrooit; - houden geen stand in het gericht; - houden geen stand in de vergadering van de rechtvaardigen. - hun weg vergaat - zie het contrast met vers 1. Er zijn drie stappen die leiden tot geestelijke duisternis en ondergang : - geen acht slaan op Gods Woord > in de raad van de goddelozen is voor het woord geen plaats; - vet verwerpen van Gods Woord > de zondaars verwerpen het woord wat hun weg betreft; - het verachten/bespotten van Gods Woord > in de kring van de spotters wordt het woord veracht en bespot. |
|
||
|
||
|
||
|
||