Snel zoeken:
741 Heeft uw Christus er een oplossing voor?

Christus, de revolutionair….?

De eeuwen door is `t christendom verguisd en bestreden. Eveneens de eeuwen door is het verminkt en vervalst. Zelden is dat laatste op zo grIote schaal en zo geraffineerd gebeurd als in onze tijd.
Van Christus maakt men een revolutionair, die wil dat we tegen de bestaande structuren aanschoppen. God reserveert men alleen voor de armen en van de Kerk maakt men een sociaal instituut. Gerechtigheid is een begrip dat alleen op aardse toestanden slaat en wij met z`n allen zullen de nieuwe wereld waar gerechtigheid heerst, wel tot stand brengen.

En uw zonde dan….

Het zou niet moeilijk zijn een uitvoerige bestrijding te geven van deze valse voorstelling van zaken. Ik wil dat echter niet doen. Ik wil volstaan met een vraag te stellen en heen te wijzen naar een geschiedenis die Jezus Christus heeft verteld. Mijn vraag richt ik tot hen die bovengenoemde voorstelling van zaken propageren en tot hen die door deze falsificatie beďnvloed zijn. Ze luidt als volgt:

Heeft uw Christus ook een oplossing voor het probleem van uw zonden?

Uw maatschappelijke positie schijnt bij Hem wel veilig te zijn, maar uw zonden, die u schuldig doen staan voor God… heeft hij daar ook een oplossing voor?

“O God, wees mij, zondaar, genadig….”

Daar stond hij in de tempel: de “tollenaar”, de man die zich verkocht had aan de vijand om belasting te innen. De verachting van het Joodse volk had hij getrotseerd ter wille van de goede verdienste. Laten ze me maar een collaborateur vinden, had hij gedacht, het verdient immers lekker.
In zijn hart was hij echter steeds onrustiger geworden. Hij wist dat hij een zondaar was, niet in de eerste plaats voor de mensen, maar voor God. De verachting van de mensen had hij getrotseerd, maar de toorn van God durfde hij niet te trotseren.
Hij wist dat hij fout zat, niet slechts om zijn geldzucht, maar ook om zijn leugens, om zijn zondige begeerten en om zo veel dingen meer, die er verkeerd zaten in zijn leven.
Hij wist dat eenmaal de Messias zou komen. Die zou orde op zaken stellen. Hij zou de vijand verdrijven en alle goddelozen verdelgen. Maar wat had hij daar NU aan?
Bovendien…zou hij dan niet zelf als een goddeloze verdelgd worden…? Hoe meer hij erover dacht, hoe meer hij voelde dat hij wat anders nodig had. Hij had genade nodig, vergeving van schuld. Berouwvol sloeg de man de ogen neer en uit zijn gemoed persten zich de woorden:

“O, God, wees mij, zondaar, genadig”.

Terwijl hij zich omdraaide en naar huis ging, wist hij dat zijn schuld vergeven was. De woorden uit het oude, heilige boek kwamen in hem op:

“Bij u is vergeving…”.

Deze man had een God die maar niet naar armen, maar die naar zondaren omkeek. Voor deze man zou Christus sterven als een offer voor zijn schuld.

Daar zat hij, de christen met het mooie sociale programma. Dat programma zag er wel goed uit: een wereld waar de armoe uitgebannen was, waarbij uitbuiting onmogelijk was gemaakt, waar ieder in vrijheid zou leven…Maar wat had hij daar NU aan? Zou hij het trouwens wel ooit beleven? Straks stierf hij vóór die tijd en dan…
Een Bijbeltekst schoot hem in gedachten, die hij tevergeefs probeerde te verdringen:

“Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God”(Hebreeën 10 vers 31).

Over God had hij gesproken als over de God van de armen, Christus betekende voor hem slechts de ideale mens. Zonde was voor hem slechts onrecht en geweld geweest. Nu begon hij in te zien hoe hij zichzelf en anderen voor de gek gehouden had. Hij was een zondaar in het licht van de heilige God. Hij kende de duistere, onreine, hebzuchtige en egoďstische neigingen van zijn hart wel. Ze lieten zich door geen sociaal program vergoelijken. Hij greep naar zijn Bijbel en bladerde erin. Daar last hij:

“Het woord is getrouw en waard aangenomen te worden, dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken”(1 Timotheüs 1 vers 15).

Zijn hoofd zakte op zijn armen en zijn lippen prevelden: `O, God, wees mij, zondaar, genadig`. In gedachten zag hij Golgotha, Christus, het kruis…Een stille blijdschap vulde zijn gemoed. Hij had een Christus voor zijn zondeprobleem gevonden.