Snel zoeken:
000b Flitsen uit het Mattheüsevangelie Mt 00.00

Waarom vier evangeliën?

De Bijbel is niet een enkel boek maar een verzameling van verschillende boeken en geschriften. Als je de Bijbel openslaat kom je al gauw tot de ontdekking dat dit ‘boek’ uit twee hoofddelen bestaat, te weten:
-het Oude Testament en
-het Nieuwe Testament.

Het eerste deel, vaak afgekort tot OT, omvat de boeken die het Joodse volk heeft bewaard en ons heeft overgeleverd. De apostel Paulus zegt dat het voorrecht van de Jood o.a. is dat “hun de woorden van God zijn toevertrouwd” (Rm 3:1,2). Dit eerste deel omvat de boeken Genesis tot en met Maleachi.
Het tweede deel, vaak afgekort tot NT, omvat de geschriften die na (1) de komst van Jezus Christus op aarde, (2) zijn dood op het kruis, (3) de opstanding uit de doden, (4) zijn hemelvaart en (5) de uitstorting van de Heilige Geest op aarde, zijn opgesteld. Dit tweede deel omvat de boeken Mattheüs tot en met Openbaring.

Het Nieuwe Testament begint met de vier Evangeliën, te weten:
- het evangelie opgesteld door Mattheüs;
- het evangelie opgesteld door Markus;
- het evangelie opgesteld door Lukas en
- het evangelie opgesteld door Johannes.

Natuurlijk komt dan de vraag op waarom er vier evangelîën zijn. Kon dat niet met één toe? Dat zou het geval zijn als de vier slechts herhalingen waren van wat Jezus Christus gedaan heeft. Nu kan men bij de eerste drie wel aan herhalingen denken want ze beschrijven veel dezelfde gebeurtenissen. Dat geldt niet voor het vierde evangelie want dat is totaal verschillend van de andere drie, maar ook de eerste drie vertonen toch wel kenmerkende verschillen. Deze verschillen hebben te maken met het doel dat de schrijvers voor ogen stond bij het opstellen van hun boek. Door verschillende uitleggers uit het verleden is dat doel als volgt aangegeven:
- Mattheüs heeft als doel de Heer Jezus voor te stellen als de koning;
- Markus beschrijft Hem als de profeet / dienstknecht;
- Lukas schildert de Heer als de Mensenzoon e
- Johannes tekent hem als de Zoon van God.
Johannes geeft het doel dat hij heeft met zoveel woorden aan in Jh 20:31. Bij de anderen moet men het afleiden uit de inhoud

De vier evangeliën worden elk gekenmerkt door een bepaalde uitdrukking die er regelmatig in voorkomt:
- bij Mattheüs is dat de uitdrukking “opdat (zodat) vervuld zou worden”;
- bij Markus komen we regelmatig de uitdrukking “terstond” tegen (ruim
40 maal);
- bij Lukas zijn het de woorden “en het gebeurde”;
- bij Johannes is de kenmerkende uitdrukking “gezonden..

In een volgende ‘Mt 00 flits’ zullen we nader ingaan op het karakter van het Mattheüsevangelie.