b Het dragen van de schapen |
De Heer draagt: 1 Zijn schapen op de schouder, dat spreekt van kracht Lk 15:5 2 De lammeren van de kudde in zijn arm, dat spreekt van vertrouwen Js 40:11; vgl. Dt 33:27 3 De schapen aan zijn hart, dat spreekt van liefde Ex 28:29 4 De schapen in zijn hand, dat spreekt van veiligheid en leiding Js 49:16; Jh 10:28 5 de schapen op zijn vleugels, dat spreekt van bescherming tegen vallen Ex 19:4; Dt 32:11 |
|
||
|
||
|
||
|
||