Snel zoeken:
Vruchtbaar

Genesis 1:22
Vraag:
Waarom staat er van de vissen en de vogels wel dat ze vruchtbaar moeten zijn en zich moeten vermenigvuldigen, maar niet van de dieren die op de zesde dag geschapen werden?

Antwoord:
Dit soort vragen betreffende niet-vermeldingen zijn erg moeilijk te beantwoorden. De reden waarom een dergelijke steeds herhaalde mededeling in een bepaald geval niet gedaan wordt, staat er niet bij en laat zich vaak moeilijk uit de omliggende tekst afleiden.
We willen echter een poging wagen. Van de wateren staat in vers 20 dat ze overvloedig moeten voortbrengen een gewemel van levende wezens. Daar vinden we dus extra nadruk op de vermenigvuldiging. De visrijkdom van de wateren is inderdaad enorm en vormt een haast onuitputbare voedselbron voor de mens. Van de vogels staat er alleen dat ze zich zullen vermenigvuldigen. Er zijn wel veel vogels, maar toch heel wat minder dan vissen. Dat zou een overpopulatie geven.
Van de landdieren staat er inderdaad niets over vruchtbaarheid en vermenigvuldiging. Het zou kunnen zijn, dat ze beperkter in aantal moeten blijven dan de vissen en de vogels omdat hun levensgebied beperkter is. En ze grotere oppervlakten van de aarde nodig hebben om in hun levensonderhoud te voorzien.
Maar waarom staat het er van de mensen dan wel weer? Deze moeten echter het gedierte beheersen en zij kunnen op allerlei wijze in hun onderhoud voorzien.
Overigens kan het ook zijn dat wat van de vissen en de vogels geldt, namelijk de vermenigvuldiging, onuitgesproken ook op de landdieren van toepassing is.