Snel zoeken:
Wat betekent het woord ‘formeren’?

Genesis 2:7
Betreft: Gn2: 7

Vraag:
(a) Kan God zo maar uit het stof van de aarde een mens doen ontstaan? Wat betekent het woord 'formeren'?
(b) Waarom werd de levensadem in Adam geblazen, terwijl de dieren ook levende zielen zijn en 'zomaar' geschapen konden worden?

Antwoord:
(a) Formeren betekent vormen, maken, tot stand brengen. In Gn1 wordt naast het woord 'maken' bij drie gelegenheden het woord 'scheppen' gebruikt en dan komt er altijd iets nieuws tot stand, dat er voor die tijd nog niet was.
In Gn1: 1 betreft het de schepping van de materie, in Gn1: 21 de schepping van dierlijk leven en vervolgens in vers 27 de schepping van menselijk leven. Iedere keer dus iets nieuws of een nieuw element bij het reeds bestaande.

Maar nu het eerste deel van de vraag. God is Almachtig en Ps.33: 9 luidt: 'Want Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er'. God is inderdaad in staat de mens uit het stof der aarde te doen ontstaan alleen ......... dat ging niet 'zomaar'.
Het lichaam van de mens werd wel zomaar uit de aarde geboetseerd en als de mens sterft dan keert zijn lichaam ook gewoon weer tot stof weer, want 'stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren' (Gn3: 19).
Maar het lichaam van de mens werd pas levend en het werd pas een mens nadat God de levensadem erin geblazen had.
De mens is dus meer dan een lichaam. Dat blijkt ook heel duidelijk uit Mt.10: 28 'en weest niet bevreesd voor hen, die wel het lichaam doden maar de ziel niet kunnen doden'.

(b) Zoals gezegd houdt 'scheppen' het formeren van iets nieuws in.
De dieren zijn wel levende zielen, d.w.z. levende 'wezens' maar hun leven is van lager niveau dan dat van de mensen..Het 'zo werd de mens een levende ziel' geeft aan 'hoe' het gebeurde, maar
daar is bij ingesloten dat de mens een bijzondere levende ziel is. Dat komt ook uit in Gn 1: 26,27 want daar staat dat de mens geschapen is naar Gods beeld en zijn gelijkenis. en dat is tot stand gekomen door het inblazen door God. De kwaliteit, de aard van leven van Adam is dusdanig dat hij beelddrager Gods kon zijn. Zonder die bijzondere inblazing zou dat niet het geval geweest zijn.