Snel zoeken:
Wie worden bedoeld met de uitdrukking 'Hen die onthoofd waren' en wie met 'de overige doden'?

Openbaringen 20:4
Betreft: Openb. 20:4 (2 groepen)

Vraag: Wie worden bedoeld met de uitdrukking 'hen die onthoofd waren' en wie met 'de overige doden'? Zijn dit wel twee groepen mensen?

Antwoord:
Het boek 'de Openbaring' spreekt vanaf hoofdstuk 4 over de eindtijd waarin Gods gerichten over de aarde zullen komen.
Dit is tevens de tijd waarin zij die van God en Christus getuigen zwaar vervolgd zullen worden. Die tijd van vervolging kent een voorfase en een eindfase. Het scheidspunt er tussen is het optreden van de Antichrist, dat gepaard gaat met het oprichten van het beeld voor het Beest (zie Openb. 13).
1. Er is dus een vervolging vóór dat het beeld van het beest wordt opgericht. Daarvan spreekt Openb. 6:9. De martelaren uit die tijd worden vervolgd om het woord van God en het getuigenis dat ze uitdragen. Zij die gedood zijn moeten wachten totdat ook de overige van hun broeders gedood zijn. Daarmee wordt gewezen op de tweede vervolgingsfase.
2. Er is een vervolging nadat het beeld is opgericht. Daarvan spreekt Openb. 13:15. Zij die weigeren het beeld van het beest te aanbidden zullen gedood worden.

In Openb. 20:4 vinden we beide groepen martelaren bij elkaar. Er is namelijk sprake van:
1) De zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God en
2) die het beest of zijn beeld niet hadden aangebeden.
Het gaat dus heel duidelijk om twee groepen martelaren.